De dichter Martinus Nijhoff (1894-1953) heeft mijn interesse – ten eerste omdat hij een literaire duizendpoot was: dichter, vertaler, toneelschrijver. Hij dacht als een uitgever, opportunistisch en commercieel, maar hij was een beroemd voorstander van autonomie in de kunsten. Zijn werk en zijn leven waren vol tegenstrijdigheden, wat hem achteraf ongrijpbaar maakt – en voor mij extra leuk om me in te verdiepen. Zo vermengde hij allerlei genres, wat zijn biografen achteraf wel een probleem bezorgt: “De vaststelling van de grenzen tussen toneel en poëzie is bij Nijhoff soms problematisch; er zijn teksten die zowel dramatische als lyrische kenmerken dragen,” aldus Van den Akker en Dorelijn in het voorwoord bij zijn Verzamelde gedichten.
Alles is vloeibaar
De mengvorm tussen poëzie en toneel is een heerlijke, maar ook een problematische, zo weet ik uit ervaring. Het mooie van theater is dat het ongrijpbaar is, in het moment. Je kunt het filmen, maar dan nog is dat een slap aftreksel van de belevenis van de uitvoering. Je kunt de teksten uitschrijven en publiceren, maar dan mis je driekwart. Van een schrijver vraagt het veel flexibiliteit. De theatertekst staat vaak niet vast: tussen voorstellingen wordt nog herschreven. Een regisseur vraagt soms om tekst bij te schrijven. Er wordt door de acteurs geïmproviseerd of tekst weggelaten. Het is een rommeltje als je achteraf wil duiden wat nu precies je tekst is, want die is vloeibaar, in het moment. De tekst is ook anders, want geschreven om voor te dragen. Het lijkt daardoor erg op spoken word.
Herinnering
Zelf heb ik de afgelopen jaren ook heel wat voor het podium mogen schrijven, waaronder bewerkingen van mijn boeken De Wolffs Bestiarium (2018) en Max Havelaar met Zombies (2021), waarbij ik optrad als verteller. Dit jaar nog schreef ik voor locatietheater van theatergroep de Waterlanders, en nu – aanstaande zondag – treed ik op met Papier Mache, opgevoerd in de Wageningse Watertoren. (Meer over die voorstelling vind je hier.)
En elke keer als ik de roes van het theater beleef, denk ik: ‘dit nooit meer…’ Laat dit een herinnering zijn aan mezelf. Zo’n voorstelling en de repetities vooraf slokken je op, laten weinig ruimte voor andere zaken in je leven. Het is heel intensief. Maar… juist door die stempel die het drukt op een moment, is het onvergetelijk en verslavend. Je wordt als een personage in je eigen verhalen, overschrijdt de grens tussen fictie en werkelijkheid. Het is magisch.
Conclusie: steeds weer zeg ik ‘dit nooit meer’, maar misschien zal ik het nog wel even blijven doen…
(foto: Hermanus Artisticus in de voorstelling Papier Mache, 2023)