“Een doos is de perfecte façade. Het reduceert alles tot iets voorspelbaars met gelijkvormige dimensies: vierkant, bruin, karton. Dozen kun je rechtzetten, verplaatsen of opstapelen, daar houdt het wel een beetje mee op.
De beperking maakt me rustig, ze helpt me met nadenken. Je zou kunnen zeggen dat het is als Brinta voor de hersenen – alles wordt verteerbaar als het in een bruine doos zit. Een huwelijk, een verloren baan, een droom die nooit is uitgekomen.
De façade vlakt nare herinneringen uit, hij roept geen sorteerdrang op, geen gedachten aan gebroken harten of scherp schreeuwende deadlines. Stop iets naars of ingewikkelds in een doos, zet hem tussen andere dozen en het vervelende gevoel verdwijnt. Een doos is een afvoerputje, een stapelbaar zwart gat. Wie ten slotte ook de doos vergeet, is meester in vergeten.
Wie de doos vergeet, vergeet dat hij vergat. Het is De Grote Verdwijntruc.
Behalve.
Behalve het volgende benauwende gegeven: de dozen maken mijn huis kleiner, veranderen dimensies. Trekken aan mijn werkelijkheid. Ze vormen nieuwe bruine muren, de muren van vergeten. Ze dempen de geluiden. En met elke extra doos in mijn huis is er minder licht en minder zuurstof om te ademen, minder zuurstof om te ademen.
En dan dringt zich de volgende benauwende gedachte aan me op: is mijn huis… een doos? Word ik nu vergeten?
Wie leest er wat ik schrijf? Wie hoort mij als ik schreeuw? Wie hoort me als ik smeek? Of als ik spreek? Wie ziet me huilen? Wie houdt me vast? Wie helpt me alle dozen uit te pakken?
Soms zou ik willen zwerven…”
Uit: theatervoorstelling Papier mache, 2023