Het is midden in de eindexamenperiode. Mijn dochter komt soms niet tot leren, stelt het dan uit en breekt emotioneel onder de druk. Dat had ze al bij haar rijexamen, nu opnieuw bij haar eindexamen. Dat zat me dwars, dus ik besprak het met een vriend en hij suggereerde voor haar een onderzoek naar ADD. ‘Of anders…’ hij graaide in zijn tas. ‘… geef je haar deze.’ Pilletjes. Zijn eigen medicatie. Ik ben een goede vader, al zeg ik het zelf. Wilde haar niet blootstellen aan iets onbekends. Dus daar zat ik een uurtje later: op mijn werk in de Wageningse bibliotheek, met een dubbele dosis Ritalin in mijn mik. Noem het impulsief.
Vroeger kwam men in de bibliotheek voor de rust. Stilte. Focus. (Ik hoorde een piep in mijn oren, zag vlekken in mijn blikveld.) Tegenwoordig is het een knooppunt in de samenleving: hangplek voor jongeren, koffieplek voor ouderen. Vraagbaak, informatiesnelweg. (Ik begon licht te zweten, googlede de werking van Ritalin. Als het écht aanslaat kan de werking vergeleken worden met de harddrug speed: O, mijn God!)
Enfin. Vier uur later. Mijn werkdag was hectisch als altijd. Ik heb een collega ingelicht om me te observeren – navigeerde langs de pieken van overprikkeling, vermeed de dalen van hyperfocus en kwam in een flow. Maar… afgezien van wat gegniffel met de collega was het een dag zoals veel anderen. Moraal van het verhaal: ik heb dit niet nodig.
Maar wat betekent het voor mijn dochter? In 2021 gebruikte één op de twintig studenten ADHD-medicatie zonder recept, blijkt uit cijfers van het Trimbos-instituut. Ze gaat deze situatie blijven tegenkomen: uitstelgedrag, het even niet meer aankunnen. Zo is het leven nu eenmaal en medicatie lijkt me toch niet de goede oplossing. Mijn rol? Dat is het goede voorbeeld geven: durven fouten te maken. Experimenteren. Kwetsbaar zijn. Het aan een collega vertellen als je weer iets in je maffe hoofd haalt … en bidden op een goede afloop. Bidden jullie mee? Amen.
(Gepubliceerd in de Gelderlander, 18-05-2024)