COLUMN – Gödöllö is een linkse stad te midden van rechts-populistisch Hongarije. De bibliotheek is gebouwd naar Scandinavisch ontwerp, met veel licht en ruimte en ruwe materialen zoals hout en beton. Vandaag is het gebouw gesloten voor publiek, maar ik krijg toch een rondleiding. Mijn werkbezoek in deze partnergemeente van Wageningen inspireert. De bibliotheekmedewerkers zijn activistisch en spreken over hoe men hier omgaat met de LGBTQ+kwestie als er landelijk zo fel op gereageerd wordt, over lokale mediafinanciering in een tijd waarin de staatsmedia ‘opposition-media’ wordt genoemd; hoe de scholen achteruit gegaan zijn sinds president Orban ze allemaal heeft toegeëigend.
In de avond kom ik thuis in mijn betonnen hostel en ik volg verbijsterd de Nederlandse verkiezingsuitslagen – zie op X direct daarna de felicitaties van president Orban aan Wilders: gelijkgestemde geesten. Direct staat mijn werkbezoek in een ander licht. Wat brengt de toekomst? Zullen wij ook frontsoldaten worden, of zijn we dat misschien ongemerkt al? Veel mensen lijken de verbinding met de samenleving te missen, worstelend met digitaal analfabetisme, complexe overheidsregels, en een gebrek aan inclusiviteit. In een wereld waar iedereen zijn eigen minderheid lijkt te zijn, schreeuwt men om gemeenschappelijke ervaringen, praktische kennis en cultuurbemiddeling. Hier ligt de cruciale rol van de bibliotheek. Die kan zoals in Gödöllö licht en ruimte bieden in donkere tijden. Ik kom terug met nog meer bezieling, iets meer frontsoldaat dan voorheen. Als mijn vliegtuig landt op Eindhoven-airport vallen me ineens de grijze barakken op. Nederland is deze week iets meer Hongarije geworden.
(Gepubliceerd in de Gelderlander)
Meer columns over de bibliotheek?