Er zijn van die mannen die het liefst met hun handen bezig zijn. Houtbewerken bijvoorbeeld. Dat zij zegt ‘Jozef, volgens mij gaat het nu gebeuren…’ Maar dat hij er geen aandacht voor heeft, in gedachten liever bij praktische zaken is, bedenkt dat hij het ezeltje moet verkopen. Ze roept nog: ‘Jozef, het uur is reeds op handen / dat ik verlost wordt van mijn banden.’ Maar hij is al weg: emotioneel afwezig. Regieaanwijzing: zij keert daarop naar binnen, is ook niet meer met hem bezig, zit verheven zwanger te zijn. Mooie boel, die twee. Tsja, wat doe je, als je vrouw zwanger is van een ander?
Kerstengel
Zomaar een deel van het kerstspel dat je anders beleeft als je nog niet lang gescheiden bent. Allerlei vragen dringen zich op. Waren Jozef en Maria eigenlijk wel een stel? Voelde hij zich vader van dat kind?
Vorige week had ik ineens het geluk de voorbereidingen van de voorstelling van dichtbij mee te krijgen. Ik doe het namelijk tegenwoordig met de kerstengel Gabriël, een prachtige vrouw die halfnaakt zingend in mijn slaapkamer repeteerde… rijzige gestalte, stralende aanwezigheid met een mooie zangstem. Mijn buren hebben het geweten – en ik was toeschouwer.
Mijn afgelopen jaren kwamen voorbij in dat kerstspel. Herinneringen aan liefdeloos samenzijn, de wens naar een kind; een wedergeboorte misschien, koude winternachten, geen herberg hebben, en dan ineens die engel die voor me stond. Tranen in mijn ogen – in mijn slaapkamer – en zij maar doorzingen. Over herders, fluitekens en deugdzame vrouwen. Ik dacht aan Jozef, een wat oudere man, zij jong en zwanger.
Toen trof het me, de boodschap van dit alles: dat het goed komt. Jozef verdwijnt na die kerstnacht uit het verhaal, klopte welbeschouwd alleen een paar keer op een deur. Werd afgewezen, drie keer. Maar wat werd kindeke Jezus later? Timmerman. Toch een beetje in zijn voetsporen. Alles komt goed.