In 1931 publiceerde de dichter Martinus Nijhoff de bundel ‘Gedachten op dinsdag’. Het was een verzameling van de artikelen die hij elke dinsdag schreef voor de Nieuwe Rotterdamse Courant, in de jaren 1920 tot 1925. De afspraak was dat Martinus elke dinsdag zijn artikelen zou schrijven. Op woensdag deed hij ze op de post; de volgende dag werden ze in lood gezet, op vrijdag gecorrigeerd en op zaterdagavond stonden ze dan eindelijk in de bijlage van de krant.
In navolging van Nijhoff schrijf ik nu – honderd jaar later – elke dinsdag een blog, die dan meteen gepubliceerd wordt. (Tijden veranderen.) In dit artikel zal ik uitleggen waarom ik die blogs schrijf.
Ervaringen
Al dertien jaar schrijf ik boeken (mijn Mysteries in Zeeland verscheen in 2006), aanvankelijk in samenwerking met anderen en uiteindelijk helemaal alleen. Er staan ruim 20 titels op mijn naam, ik was drie jaar stadsdichter van Wageningen en won twee keer een literaire (genre)prijs. Rijk ben ik er niet van geworden, en ook geen BN-er. Dus waar doe ik het allemaal voor? Soms vraag ik me dat af.
Een belangrijke motivatie is de beleving tijdens het schrijven, onderzoeken en promoten van de boeken. Voor de Mysteries-reeks onderzocht ik plaatsgebonden verhalen, waardoor geen plek in Nederland nog hetzelfde voelt; voor Sinterklaasgeheimen kreeg ik een uniek inkijkje in de wereld van sinterklaasacteurs; voor DeWolffs Bestiarium bezocht ik prachtige sfeervolle boekhandels en bibliotheken. En: tegenwoordig treed ik regelmatig op, waardoor ik in contact kom met interessante mensen. Ik geniet van elke stap, elke fase.
Martinus Nijhoff
Mijn ervaringen rond het schrijven hebben echter niet alleen te maken met het onderwerp waarover ik schrijf, ook met het ambacht van schrijven en boeken maken zelf. Daar houd ik van, en ik verwerk dat in mijn boeken. Omdat ik zowel in de boekhandel gewerkt heb, als bij diverse uitgeverijen voel ik me een echte ‘boekenvakker’ en contactmomenten met andere mensen uit de boekenbrache geven me energie. En ik denk dat dat voor veel schrijvers zo werkt – het is onderdeel van het schrijverzijn. Om die reden heb ik een bijzondere (historische) interesse in Nijhoff. Hij kwam uit een uitgeversgeslacht, was handelsvertegenwoordiger in zijn vaders uitgeverij, was als criticus verbonden aan diverse kranten en schreef daarnaast invloedrijke en geweldige poëzie. Hij was ook een boekenvakker, een spin in het web in de literaire wereld tussen 1920 en 1953. Als ik – in een irreëel wensdroom – iemand zou willen zijn, is het Martinus Nijhoff.
Challenge
Literair gezien in Nijhoffs voetsporen treden, is me waarschijnlijk niet gegeven, maar anderszins… zijn er mogelijkheden. Waarom zou ik het niet letterlijk nemen: mijn eigen literaire ervaringen spiegelen aan de zijne; naar Bommel reizen om de brug te zien; net als Nijhoff uitgaan in literair café Americain; de plekken in Parijs bezoeken waar ook de dichter kwam? En dat dan met de wereld delen. Dan kan ik een modern publiek meteen laten kennismaken met het werk van Nijhoff, dat in rap tempo vergeten wordt. Het zou – tussen al mijn andere bezigheden – een uitdaging zijn, een ‘Nijhoff-challenge’. Misschien willen er wel mensen mee op reis, en net als ik ervaringen opdoen zoals de dichter ooit deed, in werkelijkheid, of door mijn verslagen te lezen.
Reizen jullie mee? De uitdaging staat.
Tot dinsdag.